WIJNKAMP & KEULERS column

Het Ministerie van Financiën lijkt in te zetten op een kritischer benadering van het fiscale ondernemerschap. De stimulering van ondernemerschap door generieke fiscale faciliteiten wordt steeds meer vervangen door sturing via subsidies of fiscale kortingen voor nauwkeurig bepaalde activiteiten.

 

Btw en ondernemers in het kleinbedrijf, makkelijker kunnen we het niet maken...

Voor ondernemers is er sprake van sluipende lastenverzwaringen op tal van terreinen. Weliswaar is de IB druk aan het zakken en leidt dat tot voordeel voor de laagste en de hoogste inkomens, niettemin zijn de middengroepen en vooral de gepensioneerden en ondernemers in het kleinbedrijf degenen die hun inkomen en koopkracht niet zien stijgen. Dat komt vooral door sluipende lastenverhogingen, die op zichzelf bezien gering lijken, maar tezamen flink drukken.  

FISCALE TRANSITIE  
Een voorbeeld van dit beleid, het afschaffen van een faciliteit die voor alle ondernemers geldt en niet gedrag beïnvloedt, is het afschaffen van de KOR (klein ondernemersregeling) en het invoeren van een BTW-vrijstelling. De facto betekent dit voor sommige ondernemers € 1.345 meer BTW betalen. Dat is natuurlijk niet zoveel, niettemin voor kleine ondernemers/ZZP’ers met een laag inkomen telt het allemaal wel op. 

ACHTERGROND 
In het algemeen geldt dat BTW-ondernemerschap al gauw aan de orde is, ook al ben je geen ondernemer voor IB of VpB (vennootschapsbelasting). In beginsel ben je al ondernemer voor de BTW als je een goed exploiteert met het oogmerk daar duurzaam opbrengst uit te krijgen. Niet alle “ondernemers” krijgen echter met BTW aangifte- en afdrachtplicht te maken. Sommige prestaties zijn vrijgesteld, zoals de verhuur van onroerende zaken, waardoor veel van dit soort ondernemers feitelijk niet met de BTW te maken krijgen. Ze hoeven geen BTW in rekening te brengen, maar kunnen ook niet BTW terugvorderen. In veel gevallen is het aantrekkelijker “in de BTW te zitten”, dan geen BTW-verplichtingen te hebben. Bij grote investeringen kan de in rekening gebrachte BTW worden afgetrokken en leiden tot BTW-teruggave van de fiscus, dat scheelt behoorlijk in de financiering. 

KOR (OUD)
Omdat de te betalen BTW het saldo is van terug te vorderen BTW, die in rekening gebracht is en te betalen BTW, die de ondernemer zelf in rekening brengt, kan met name bij weinig winst de per saldo te betalen BTW een laag bedrag zijn. Is per saldo minder dan € 1.345 (per jaar) te betalen, dan hoef je geen BTW af te dragen, bij minder dan € 1.843 was er een flinke korting. Wel BTW aftrek dus, niet betalen, dat was voor velen aantrekkelijk. De KOR wordt niettemin per 1 januari 2020 gewijzigd. 

NIEUWE KLEINE ONDERNEMERSREGELING (KOR)
Niet langer is er een korting op de verschuldigde omzetbelasting, maar er kan een vrijstelling voor de omzetbelasting worden aangevraagd, waardoor er niet langer een aangifte voor de omzetbelasting hoeft te worden gedaan. Voorwaarde om van deze vrijstelling gebruik te kunnen maken, is dat de omzet op jaarbasis niet hoger mag zijn dan € 20.000. Een dergelijk verzoek om vrijstelling geldt voor minimaal drie jaar.

NIET ZONDER MEER VOORDELIG
Deze vrijstelling heeft meer nadelen dan voordelen. Weliswaar hoeft er niet langer aangifte omzetbelasting te worden gedaan, de aan u in rekening gebrachte BTW kunt u niet meer terug claimen bij de Belastingdienst. Dat betekent dat producten inclusief BTW in uw voorraad terecht komen. U kunt de producten niet meer exclusief BTW leveren. Er is één bedrag, geen BTW, dus ook geen aftrekbare BTW voor de koper. Kleinere toeleveranciers worden dus duurder voor een BTW-ondernemer-inkoper, die moet vervolgens bij verkoop over de duurdere inkoop 21% in rekening brengen. 

Dat gaat natuurlijk niet werken, de BTW stapelt zich op, BTW over BTW dus.  En dus een veel duurder product. De uiteindelijke afnemer, consument gaat dat niet betalen, althans kan goedkoper terecht en zal dat dus doen. Het resultaat laat zich raden, de vrijgestelde ondernemer zal hetzij in de BTW moeten blijven (zonder KOR), hetzij lagere verkoopprijzen aan zijn afnemers moeten dulden. Die zal dus wel in de BTW moeten blijven, resultaat, geen KOR meer, dus meer lasten. 

Voor verenigingen en stichtingen, die BTW-ondernemer waren, kan er wel een voordeel zijn, de administratieve last is minder. Niettemin, dit lijkt toch niet meer dan een fopspeen. De boekhouding zal ook zonder BTW-aangiften op orde moeten zijn en de administratieve lasten zijn door “poortwachtende banken” en andere toezichthouders al toegenomen, dus of het niet hoeven doen van BTW-aangifte nu zoveel voordeel oplevert, is maar de vraag. Bovendien was voor verenigingen en stichtingen de combinatie wel BTW aftrekken en geen BTW betalen door de KOR voordelig, dat voordeel is nu weg. 

DOEN OF NIET?  
U moet zelf maar zien of het voordelig is om het verzoek te doen. Hebt u € 20.000 of minder omzet en schat u in dat dat 3 jaar zo blijft dan kunt u om vrijstelling verzoeken. Per 1 januari uit de BTW kan niet meer, nu is de eerste ingangsdatum in de meeste gevallen 1 april a.s.


De dienstverlening omvat fiscale- en juridische dienstverlening. Tax-planning op het gebied van inkomstenbelasting vennootschapsbelasting, successierecht, btw en overdrachtsbelasting is een belangrijk onderdeel. Verder wordt deze dienstverlening geïntegreerd met adviezen op juridisch en financieel gebied. Waar nodig kunnen zowel op gebied van belastingrecht en bestuursrecht alle juridische procedures gevoerd worden tot in hoogste instantie.

Wij zijn verhuisd naar de Baron de Coubertinlaan 6 te Zoetermeer. Correspondentieadres: Postbus 289, 2700 AG Zoetermeer. Het telefoonnummer is ongewijzigd. Het telefoonnummer van de advocatenlijn is gewijzigd in 06 - 124 125 93.

WIJNKAMP & KEULERS
Baron de Coubertinlaan 6
2719 EL Zoetermeer
079 - 342 85 55
wijnkamp@keulers.nl
www.keulers.nl